DE ADMIRALITEIT VAN DE REPUBLIEK

 

 

HET WAPEN MET DE GEKRUISTE ANKERS

 

 

Het symbool van de zeestrijdkrachten van de Lage Landen was vanaf het midden van de zestiende eeuw twee anckers makende een bourgoens cruus. Dit symbool komt in die tijd ook op de standaard van de admiraal voor.

Geen wapen of vlag met gekruiste ankers is in de zestiende eeuw gevonden op afbeeldingen van schepen uit de Lage Landen in de Habsburgse tijd. Vlaggen met een Bourgondisch kruis daarentegen, zijn in overvloed te zien op de schepen die aan de Slag op de Zuiderzee, de Slag bij Rammekens en de Slag op de Haarlemmermeer meededen.

Berichten over het gebruik van gekruiste ankers in de opstandige gewesten dateren pas van de tijd dat er sprake was van een onafhankelijke admiraliteit en waarschijnlijk werden zij het eerst gebruikt door de admiraliteiten van Zeeland en West Friesland. Een wapenschild waarop de gekruiste ankers als zelfstandig meubel voorkomen dateert pas van het begin van de 17e eeuw en kan dan dus als specifiek voor de zeemacht van de Republiek gelden. Het wordt dan betiteld als het wapen van de „Heren Bestuurderen van ’t  zee- en vlootwezen van Holland, Zeeland en West-Friesland”, een college dat te vergelijken is met de moderne Marinestaf. Deze „heren bestuurderen” zijn dus te onderscheiden van het College Superintendent dat een controleorgaan was van de Staten Generaal.

 

In de oudst bekende kleurstelling is het schild rood en de ankers goud maar het is niet duidelijk of dit nu het wapen is van de Republikeinse Admiraliteit of de heropgerichte Admiralitiet van de Zuidelijke Nederlanden. Opgemerkt moet wel worden dat dit de kleurstelling is van de Raad van State die van 1584 tot 1588 het bewind over de zeemacht van de opstandige gewesten voerde.  De gewone kleurstelling, bekend uit het 1e Stadhouderloze Tijdperk, is goud met twee zwarte gekruiste ankers. Deze versie is altijd gekroond.

Zoals uit de hiernavolgende voorbeelden is te zien, werd het wapen met de gekruiste ankers gebruikt op het roerende en onroerende goed van de centrale admiraliteit. Versies van dit wapen, de ankers begeleid door de initialen van de provinciale admiraliteiten, zijn te vinden op de goederen van de betreffende admiraliteiten zoals in de hoofdstukken over die admiraliteitn zal worden uiteengezet.  

Het heeft er alle schijn van dat het wapen met de ankers als symbool van de bestuurders van de zeemacht van de Republiek tot aan het eind van het ancien regime en het ontslag van de Prins van Oranje als kapitein admiraal generaal in 1795 in gebruik is gebleven. In dat jaar werden de oude colleges opgegeven en vervangen door een Committé tot Zaken van de Marine. Dit maakte gebruik van het (ongekroonde) wapen van het vroegere College Superintendent.

 

Samevattend heeft het wapen met de gekruiste ankers als wapen van de Republikeinse Zeemacht bestaan van omstreeks 1584 tot 1795. Het was aanvankelijk rood met gouden ankers maar vanaf het midden van de 17e  eeuw goud met zwarte ankers.

Het wapen vormde tijdens de Stadhouderloze Tijdperken de kern van de wapencompositie van het dagelijks bestuur van de centrale admiraliteit (te vergelijken met het Ministerie van Marine) die in die tijd de zeezaken behartigde.

 

 

Het Wapen van de Zeemacht

 

 

Detail van een profiel van Amsterdam met het wapen van de

Admiraliteit van de Republiek

Kopergravure in 4 bladen 52 Î 161,5 cm. Toegeschreven aan Robert de Baudous en uitgegeven door  Abraham de Koninck, 1613. Het rechterblad toegeschreven aan Cl. J. Visscher.

(Eertijds in de  K.B. van België, Brussel. Afb. uit: Werken van Vondel, 1927 Dl. I).

 

Het wapen is: twee gekruiste ankers.

Van de trofee maakt ook een trompetvaan deel uit waarop eveneens twee gekruiste ankers.

 

De tekst in het cartouche onderaan de voorstelling luidt:

 

Nobilissimis ornatissimis, spec: | tatissimisq(ue) viris ac Dominis, D. Hollandić | Zelandić e(t) Westfrisić, rerum Maritimarum e(t) | Navalium dignissimis Prefectis, hanc, prosperrimi | Foederatarum Belgij Provinciarum sttus, Gra[phi: | cam per naves Delineationem, quam humillime con : | secrat atq(ue) dedicat Abrahamus Regius.

[Aan de edelachtbaarste, doorluchtigste en roemrijkste Heren, hoogwaardigste Heren Bestuurderen van ’t  zee- en vlootwezen van Holland, Zeeland en West-Friesland, wordt deze geëtste voorstelling van de allerbloeiendste staat der Verenigde Nederlandse Provincieën, die in schepen wordt verzinnebeeld, allereerbiedigst toegewijd en opgedragen door Abraham de Koning.]

 

Het wapen heeft dus betrekking op de bestuurders van het zee- en vlootwezen, in het bijzonder van Holland, Zeeland en West-Friesland (waarin inbegrepen de admiraliteiten van Amsterdam en Rotterdam) maar waarschijnlijk ook op dat van Friesland, en daarom op dat van de Republiek (de Verenigde Nederlandse Provinciën) in het algemeen.

 

In de linkerbenedenhoek van de gravure staat het wapen van prins Maurits, toen admiraal Genraal van de Republiek, met helmtekens en Orde van de Kouseband en de tekst:

 

Illustriss. Principi ac Domino, Mauritio D. G. Principi Auriaco | Comiti Nassović, Mursić Lingć &c. Marcioni Verić e(t) | Vlissingć, Federatarum Belgij Provinciarum Arcchistratego, e(t) totius inferioris Germanić Oceani Archithalasso, nobi: | lissimi Ordinis Garteri Equiti, hanc Foederatć Belgić | prosperrimi rerum status Graphicam Delinetionem | D.D. atq(ue) consecrat Abrahamus Regius. A.D. Koninck ex.

[Aan de allerroemrijkste Vorst en Heer, Maurits door de genade Gods Prins van Oranje, Graaf van Nassau, van Meurs van Lingen enz. Markgraaf van Vere en Vlissingen, Opperbevelhebber van de Verenigde Nederlandse Provincieën, en Admiraal ter zee van geheel Neder-Germanje, Ridder in de Roemrijke Orde van de Kouseband, wordt de geëtste uitbeelding van de allerbloeiendste staat van ’t Verenigde Nederland opgedragen, en toegewijd door Abraham de Koning

                        De uitgever is A[braham] D[e] Koninck.[1]]

 

 

 

Foto: N.S.M. Antwerpen

 

Documententrommel met het wapen van de admiraliteit, gedateerd 1627.

Nationaal Scheepvaart Museum, Antwerpen inv. nr. AS. 1943.009.155.

 

Een nieuwe admiraliteitsraad werd  in de Zuidelijke Nederlanden opgericht bij regelement van 5 januari 1624 en gevestigd in Winoksbergen. De raad werd al spoedig verplaatst naar Duinkerken. De zetel van Duinkerken ging verloren door de Franse bezetting van de stad in 1646-1652 waarna de zetel werd verplaatst naar Brugge en in juli 1658 naar Oostende.[2]) De Admiraliteit van Oostende werd in 1694 door koning Karel II opgeheven. De admiraliteit had toen 70 jaar bestaan..

Het is mogelijk dat deze documentrommel het wapen van de Admiraliteit in een oude of oorspronkelijke kleurstelling geeft. De trommel kan echter evengoed van de Admiraliteit in het Zuiden zijn geweest. Er zijn geen afbeeldingen in kleur van het wapen van de Admiraliteit van de Republiek uit het begin van de 17e eeuw bekend.

 

 

 

 

 

 

 

De Lijnbanen op Oostenburg.

 

Detail van een gravure in P. Schenk: Afbeeldinge der Voornaamste Gebouwen van Amsterdam. Bij B. Grave, 1726, pl. 56. (Foto Gem. Archiefdienst)

 

 

De Lijnbanen op Oostenburg

In 1661 werden er twee pakhuizen voor de lijnbanen op Oostenburg gebouwd; dat van de V.O.C. was het grootst, ernaast lag het gebouw van de Admiraliteit. Volgens Isaac Tirion (1744) stond op de voorgevel van het gebouw van de Admiraliteit het wapen van de Admiraliteit onder een sierlijk gebeeldhouwde festoen. Op de gevellijst stond  een leeuw met het generaliteitswapen.

                Op 17e en 18e-eeuwse gravures is op het admiraliteitsgebouw inderdaad een leeuw met een zwaard te zien die ogenschijnlijk een bundel pijlen vasthoudt. Het wapen op de gevel hangt aan twee korte festoenen. Het gebouw brandde aan het eind van de 18e eeuw uit waarbij waarschijnlijk ook de leeuw verloren ging. In 1795 kwam de lijnbaan van de VOC aan de Marine en in 1828 werden beide gebouwen aan een particulier verkocht waarna ze volkomen werden onttakeld. In 1901 werd het houten gedeelte van de lijnbaan afgebroken en in 1939 volgde de rest. Het voorgebouw werd echter door architect A. A. Kok gerestaureerd.  Hierbij werden twee ovale vensters (śuil de bśuf’s) in de geveltop toegevoegd. Het wapen met de ankers werd hersteld, mogelijk met fragmenten van elders. Zo heeft het schild nu een a-symmetrische vorm die niet op de gravures is te zien en werden de festoenen verlengd en aangevuld met een krans en een derde festoen onder het schild.

Het wapen, waarschijnlijk oorspronkelijk geel met zwarte ankers is thans wit, de ankers blauw.

 



 

 

Ludolf Backhuysen: Het verslepen van de Royal Charles naar de Hollandse wateren.

1667. Olieverf op doek 122 Î 198 cm. National Maritime Museum Greenwich.

 

Dit detail van ca. 42˝ cm breed, laat een jacht zien dat achter om de Royal Charles, het schip dat door De Ruyter bij de tocht naar Chatham (19-24 juni 1667) werd buitgemaakt, vaart. Aan de achtersteven een witte vlag met een geel wapen waarop twee gekruiste ankers. Waarschijnlijk is het wapen ook gekroond, hetgeen op de repoductie niet goed is te zien.



 

 

 

Willem van de Velde de Jonge (1633-1707)

De Gouden Leeuw op het IJ voor Amsterdam, 1686.

(Amsterdams Historisch Museum)

 

Aan de overkant van het IJ is de blik gericht op Amsterdam en de bedrijvigheid in de haven. Prominent in beeld ligt de Gouden Leeuw. Willem van de Velde schilderde dit panorama in 1686. In dat jaar zou het vroegere vlaggeschip van Cornelis Tromp worden gesloopt.

 

Op de spiegel van het schip is het wapen van Holland te zien en het wapen van de admiraliteit met twee gekruiste zwarte ankers op een geel veld.

 

 

1723 Admiralitijts hof te Harlingen.

Coll. Fries Museum, Leeuwarden.

 

Op de gevel een met een kroon van drie fleurons gekroond wapen met twee gekruiste ankers. Het gebouw dateert ten vroegste uit 1645.

 



 

 

 

1778 Gevelbord met gekroond wapen met twee gekruiste ankers.

Het stuk dateert uit de bewindsperiode van Willem V (1750-1795). Het is gedekt met de in die tijd gebruikelijke kroon met vijf beugels.

(Website Coll. Rotterdams Historisch Museum inv. nr. 40016 (gevelbord))


 

 

 

 Wapen met gekruiste ankers gedekt met een vijfdelige schepenkroon.

Naar een vignet op een reeks gravures die de slag bij Doggersbank (5 augustus 1781) voorstellen. [3]]

 

De schepenkroon op het wapen neemt afstand van Willem V als admiraal-generaal van de Republiek en is dus mogelijk van patriotse oorsprong.

 


 

© Hubert de Vries 10.07.07

 

 

 

 

 



[1] ) Tekst en vertaling uit:  Werken van Vondel, Dl. I. Wereldblibliotheek, 1927 p. 819.

[2] ) Debrock, Walter: L’ amirauté d’ Ostende.

[3]) Maritiem Museum Rotterdam Picturalia inv. nr. CDJ412  Het begin van de slag bij de Doggersbank, 5 augustus 1781. gravure van M. de Sallieth 1781. Afbeelding van het begin van de slag bij de Doggersbank, 5 augustus 1781, tussen het Nederlandse eskader van 6 linieschepen en 11 fregatten o.b.v. S.b.N. J.A, Zoutman en het Engelse eskader van 6 linieschepen en 7 fregatten o.b.v. Sir Hyde Parker. Dezelfde beschrijving als CDJ411, maar proefdruk voor alle letters, behalve rechts: M. de Sallieth fec. ŕ Rotterdam 1781. lengte   I 23.9cm. breedte I 43.2cm lengte II 30.8cm  breedte II 46.7cm N.B.: CDJ411 - CDJ417 zijn een serie, zie ook CDJ568.