KONINKLIJKE LUCHTMACHT
Missie van d Luchtmacht
De
Luchtvaartafdeeling, LVA, van het Nederlandse leger werd op 1 juli 1913
opgericht. In W.O. II kreeg deze afdeling de naam Luchtstrijdkrachten (LSK)
en later Nederlandse Militaire Luchtvaart. De NML kreeg op 11 maart 1953 het predikaat Koninklijk en werden tegelijk als
Koninklijke Luchtmacht (KLu) een zelfstandig krijgsmachtonderdeel. In 1947
was al een afzonderlijke Luchtmachtstaf geformeerd omdat de luchtmacht zijn
belang tijdens de WO II had bewezen. De
taakstelling ven de Koninklijke Luchtmacht luidt: “De
Koninklijke Luchtmacht verdedigt het luchtruim waar en wanneer de samenleving
dit verlangt. Zij geeft daarmee vrijheid van handelen voor operaties vanuit
de lucht, te land en ter zee. Samen met onze bondgenoten en de andere
krijgsmachtdelen voert zij crisisbeheersings- en humanitaire operaties uit.
Door te dreigen met inzet of zonodig door daadwerkelijke inzet draagt zij
daarbij bij aan het behoud van de internationale rechtsorde.” |
Het embleem van de Koninklijke Luchtmacht
werd op 5 april 1963 per ministeriële beschikking vastgesteld. De officiële
omschrijving van het embleem luidt: "Een rond schild van oranje omgeven
door een aansluitend goud omzoomde azuren band, waarop in latijnse leters van
goud de spreuk: ‘parvus
numero, magnus merito’ (‘Gering in aantal, groot in daden’). Over alles heen een
vliegende gouden meeuw. Het geheel gedekt door een Koninklijke kroon van
goud; onder het schild een goud omzoomd azuren lint, waarop in latijnse
letters van goud: koninklijke
luchtmacht. Over dit lint hangen de aan de
schildzoom bevestigde versierselen van de Militaire Willemsorde 4e
klasse." |
Het embleem van de Luchmacht gaat terug op het
vliegers- of pilotenembleem dat bestond uit een oranje schijf waarvóór een
vliegende vogel. |
Pilotenembleem van de
LVA (particuliere collectie) |
Een bijzonder embleem kwam voor op de paradehelmen die door vertegenwoordigers van de LVA werden gedragen bij de inhuldiging van Koningin Juliana in 1948. Dit bestond uit de stervormig geordende zuigers van een vliegtuigmotor en tweebladige propellor, beladen met een naar rechts vliegende meeuw, alles omgeven door een gekroonde eikenkrans, het geheel geplaatst op een oranje kokarde. (Afb.) Foto © Michel van Grinsven |
Huidig logo van de
Koninklijke Luchtmacht (2001) |
Op 18 juni 1948 werd bij Koninklijk Besluit bepaald dat het Wapen
der Militaire Luchtvaart een vlag mocht voeren. De presentatie van deze vlag
vond plaats bij de viering van het 35-jarig bestaan van de Militaire
Luchtvaart. Op 1 juli 1948 werd de vlag officieel uitgereikt tijdens een
plechtigheid op het Binnenhof in Den Haag. In het bijzijn van prinses Juliana
werd de vlag voor de eerste maal gehesen, onder de tonen van het Wilhelmus. De vlag bestond uit een blauw doek in drieën gedeeld door een
van de broekzijde komende oranje punt beladen met de versierselen van de
Militaire Willemsorde. De vlag was bedoeld voor alle luchtmachtonderdelen. |
Luchtmachtvlag, 18 juni
1948 |
De Militaire Willems Orde 4e klasse werd op 18 mei 1940 door de Generaal Opperbevelhebber van de Land- en Zeemacht H.G. Winkelman verleend aan de Militaire Luchtmacht wegens de grote moed en zelfopoffering waarmee het zijn taak in de meidagen van 1940 had volbracht. |
Vaandel, 1965 Bij KB van 20 maart 1965 kreeg de Koninklijke Luchtmacht een vaandel uitgereikt. Hieraan zijn de versierselen van de MWO 4e klasse gehecht. Op het vaandel staan, behalve de gebruikelijke gekroonde “J”, de gebieden vermeld waar de Koninklijke Luchtmacht ingezet is geweest: Nederland 1940; Nederlandsch-Indië Malakka 1941-1942; Engeland West Europa 1941-1945 en Australië Indisch Archipel 1942-1945. |
Vlag 1965 In verband hiermee
verdwenen de versierselen van de MWO van de vlag en werden vervangen door een
gekroonde gouden meeuw. |
In verband met de invoering van een nieuw huisstijl voor de Nederlandse defensie werd de vlag met ingang van 30 augustus 2001 vervangen door een blauwe vlag met aan de broekzijde schuine oranje strepen en in de vlucht het nieuwe logo van de KLu in wit Vlag 2001 |
|
De Nederlandse luchtvaartencyclopedie meldt op internet onder het lemma Nationaliteitsteken: Van 1914 tot 1921 gebruikte de LVA een oranje bol als nationaliteitsteken. Op 5 oktober 1921 werd overgegaan op een rood-wit-blauwe cirkel met in het midden een oranje stip. Hoewel er geen officieel besluit bestond over het aanbrengen van de tekens, werd door de LVA aangegeven dat het rode segment naar de voorzijde van de vleugel gericht moest zijn. Vanaf 1931 bracht de LVA de tekens op een andere wijze aan, met het witte segment naar de achterzijde van de vleugel. Deze stand werd op 23 december 1932 per Koninklijk Besluit No. 90 vastgelegd en gold vanaf die datum voor alle militaire vliegtuigen. Naar aanleiding van een aantal incidenten tussen de Duitse Luftwaffe en de LVA in 1939 werd het nationaliteitsteken veranderd in een oranje driehoek met een zwarte rand. Dit werd na WO II weer afgeschaft en vervangen door het nationalitetsteken van 1921. |
|