ZEELAND

 

 

Het Wapen van Zeeland

De Zeeuwse Admiraliteit

De Zeeuwse Kamer van de V.O.C.

De Zeeuwse Kamer van de W.I.C.

Burggraven van Zeeland

 

Back to Nederland

 

 

HET  WAPEN VAN ZEELAND  IS  GOLVEND  DOORSNEDEN,  IN DE BOVENSTE helft staat een uitkomende rode leeuw met blauwe tong en klauwen en de onderste helft is golvend gedwarsbalkt van zes stukken blauw en zilver.[1]

 

Oorsprong.

Er zijn aanwijzingen dat de graaf van Holland in 1128 door de graaf van Vlaanderen werd beleend met het gebied ten westen van de Scheldemonding, in die tijd Walcheren en de Bevelanden. Daarvóór bezaten de hollandse graven al oude rechten op Schouwen.

Na het stichten van een tol bij Geervliet was er de hollandse graaf veel aan gelegen het gebied geheel in zijn bezit te krijgen maar bij de Vrede van Brugge in 1167 bleef het  condominium van Vlaanderen en Holland over Zeeland bewester Schelde bestaan.

In 1252 probeerde graaf Willem II, Romeins Koning, nog eens onder de vlaamse leenheerschappij uit te komen. In het conflict tussen de Dampierres en de Avesnes om de opvolging in Vlaanderen koos hij daarom partij voor de Avesnes. De moeder van de tegenstanders, Margaretha, werd wegens het nalaten van de leenhulde voor Rijks-Vlaanderen van haar leen vervallen ver­klaard. Willem schonk het daarna aan Jan van Avesnes waardoor hij de handen vrij kreeg in Zeeland. In 1253 werd Guy van Dampierre bij Westkapelle vernietigend verslagen. Willem II was van die tijd af onbetwist in bezit van de eilanden ter weerszijden van de Scheldemon­ding. Door bepaalde relaties werd hij daarna "Graaf van Zeeland" genoemd. In 1256 kreeg hij gedaan dat het condominium werd opgeheven. [2]

Een wapen voor het graafschap komt voor in de “Geschiedenis van Engeland” van Mattheus van Paris. Het wordt daarin afgebeeld op hetzelfde blad als waarop het wapen van Willem II als graaf van Holland staat.  Hierbij staat: Primum scutum ejusdem de Holandia aspirantis ad Imperium (Het eerste wapen is van de hollandse opvolger in het Rijk). Bij het wapen dat niet anders kan zijn dan van Zeeland: Scutum Willelmi Comitis (wapen van graaf Willem). Het is blauw met een rood schildhoofd waarop een uitkomende gouden leeuw. [3]

 

 

Wapens van Willem II van Holland zoals in het werk van Matteus Parisiensis

 

 

Tegenzegel van Floris de Voogd

Na de dood van Willem II werd zijn broer Floris de Voogd door Margaretha met Zeeland beleend. Het was de bedoeling dat hij een zeeuws gravengeslacht zou vestigen maar door zijn vroege dood bij een tournooi in 1258 kwam daar niets van. Het zou logisch zijn dat Floris de Voogd ook het doorsneden wapen zou hebben gevoerd en misschien is het wapen bij Mattheus van Paris eerder aan hem dan aan Willem II toe te schrijven. Op zijn zegels en tegenzegels staat echter altijd alleen maar het wapen met een leeuw zodat we hierover alleen maar kunnen speculeren. [4]

 

Floris V probeerde de hollandse aanwezigheid in Zeeland te conso­lideren o.m. door het aanstellen van zijn neef Floris van Avesnes als stadhouder. Dit wekte de ongerustheid van de Dampierres in Vlaan­deren. In de daarop volgende schermutselingen werd Floris V in 1290 gevangen­genomen en gedwongen om de vlaamse heerschappij in Zeeland te erken­nen. Graaf in Zeeland werd vervolgens Gwijde van Namen († 1311), de zesde zoon van Gwijde van Dampierre. Deze voerde, zoals op zijn zegel uit 1300 te zien is, het wapen van Vlaanderen gebroken met een rode geschulpte schuinbalk. [5]

Nadien werd echter steeds het wapen gebruikt van de graven van Holland die tevens graaf van Zeeland waren.

 

 

Na een verdrag met de koning van Frankrijk noemde Floris V zich in 1296 weer Graaf van Zeeland maar hiermee was de zeeuwse kwestie niet afgelopen. De koning van Engeland liet hem ontvoeren om hem ter verantwoording voor het verdrag te kunnen roepen maar daarbij werd de graaf bij Muiderberg om het leven gebracht.

Ook al verliep het tegenoffensief van de Hollanders tegen de Vlamingen in Zeeland aanvankelijk niet voorspoedig, uiteindelijk werden deze toch verdreven. Gravin Elizabeth noemde zich in 1299 weer “Gravin van Zeeland” en daarna hebben alle hollandse graven deze titel gevoerd.

 

Ook Willem IV die van 1333 tot 1337, vóórdat hij in Holland opvolgde alleen de titel “Graaf van Zeeland” droeg, gebruikte geen apart wapen. Op zijn zegel staat het wapen van Henegou­wen-Holland. Het randschrift luidt: GVIL­LELMI DE HANONIA COMITIS ZELANDIE (Willem van Hene-gouwen, Graaf van Zee­land). [6]

 

 

Zegel van Willem IV als Graaf van Zeeland

 

Het Nieuwe Wapen van Zeeland.

Een apart zeeuws wapen duikt pas op nadat Zeeland samen met Holland en Friesland in handen was gekomen van Filips de Goede. [7]  Deze gebruikte naast zijn hertogelijk wapen ook de overgeleverde landsheerlijke wapens van zijn gebieden apart. Een wapen voor Zeeland verschijnt relatief laat nl. 17 jaar nadat hij het gebied had gekre­gen. In het in 1449 voltooide "Remis­sorium Philippi" dat wél de wapens van de overige gewesten geeft, komt nog geen wapen voor Zeeland voor. Op het blad met het aanbiedingstafe­reel van de een jaar later voltooi­de "Roman de Girart de Rousillon" staat er wel één. Het is doorsne­den met in de bovenste helft de hollandse leeuw en in de onderste helft zilveren en blauwe golven. Het berust dus blijkbaar op een vage overle­vering van het wapen van Floris de Voogd. [8]

Het wapen werd veranderd door Karel de Stoute. In 1473 is op het titelblad van zijn krijgsverordening de leeuw in de bovenste helft van het wapen niet meer in zijn geheel afgebeeld. In plaats daarvan is alleen de bovenste helft van de leeuw getekend. Zo'n halve leeuw heet in de heraldiek "uitkomend". [9]

 

              

Het wapen van Zeeland in de 15e eeuw

 

Door Karel V werd het wapen nogmaals veranderd. Het komt voor de eerste keer voor op zijn zegel als Infante van Spanje uit 1515. Het enige verschil met dat van Karel de Stoute is dat het wapen nu golvend doorsneden is. [10]) Het aantal golven werd al spoedig zes i.p.v. vier. Nadien is de het wapen van Zeeland niet meer wezen­lijk veranderd.

 

           

Het wapen van Zeeland aan het begin van de 16e eeuw en op de zgn. Ambassadeurspenning, 1629.

Het wapen zonder kroon, met een parelkroon en met een kroon van drie grote en twee kleine bladen

 

Na de aansluiting van Zeeland bij de Unie van Utrecht en de afzwering van Filips II werd het wapen met de leeuw en de golven door de Staten van Zeeland verder gebruikt. Het werd eerst, zoals in de tijd van Karel V, gedekt met een gravenkroon met dertien parels op het diadeem. Later werd deze kroon vervangen door een kroon met drie bladeren en twee parels.

In 1602 werd aan het wapen de spreuk LUCTOR ET EMERGO (Ik worstel en kom boven) toege­voegd. Daarvóór was de wapenspreuk van de provincie DOMINE SERVA NOS PERIMUS (Heer redt ons, wij gaan ten onder) en daarop was de nieuwe spreuk dus een logisch vervolg. [11]

 

Foto H.d.V. 2012

Wapen van Zeeland in de N.H. kerk van Biervliet, 1660.

Het wapen gedekt met de inmiddels verouderde parelkroon.

 

Wapen van Zeeland boven de poort van het Abdijplein in Middelburg

 

Wapen van Zeeland op een gebrandschilderd glas in Burgh, 1676. [12]

 

Bij de staatsregeling van 1798 werd de provincie een Departement met de naam "Schelde en Maas". Vanaf 1802 heette de provincie weer Zeeland en tijdens de inlijving bij Frankrijk "Département des Bouches de l'Escaut". Gedurende deze hele periode werd gezegeld met het koninklijk wa­pen. [13] Zoals ook elders leidde het wapen toen een schaduw­be­staan. 

In 1814 werd het wapen weer in het gebruik hersteld en geregis­treerd door de Hoge Raad van Adel.

 

Wapen van Zeeland 1820

 

Wapen van Zeeland, ca 1850

 

De provincie werd in het gebruik van het wapen bevestigd bij K.B. van 4 december 1948. De kroon werd bij deze gelegenheid vastgesteld op een kroon met vijf bladeren en vier parels. Als schildhouders werden twee rode (hollandse) leeuwen toegevoegd. De traditionele wapenspreuk werd ook in de bevestiging opgenomen.
Het betreffende Koninklijk Besluit luidt:

 

 

K.B. van 4 December 1948 N° 4.

 

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

 

          Beschikkende op het verzoekschrift van Gedeputeerde Staten der provincie Zeeland, daartoe gemachtigd door de Staten dier Provincie, om bevestiging in het gebruik van het door deze provincie gevoerde wapen;

          Gelet op het besluit van de Souvereine Vorst van 24 December 1814, N° 32, en op het Koninklijk Besluit van 23 April 1919, Staatsblad N° 181;

          Gehoord de Hoge Raad van Adel;

          Op de voordracht van Onze Minister van Binnelandse Zaken van 29 November 1948, N° 21560, afdeling Binnenlands Bestuur, Bureau Bestuurszaken;

HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

de provincie Zeeland te bevestigen in het gebruik van het volgende wapen:

          Golvend doorsneden:

I. van goud, beladen met een ten halve uit de baren naar boven komende leeuw van keel, getongd en genageld van azuur;

II. golvend gedwarsbalkt van zes stukken van azuur en zilver.

          Het schild gedekt door een gouden kroon van vijf bladeren en vier paarlen en ter wederzijde gehouden door een leeuw van keel, getongd en genageld van azuur.

          Wapenspreuk: LUCTOR ET EMERGO, in letters van sabel op een wit lint.

          Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Soestdijk, 4 December 1948

(get,)  JULIANA.

DE MINISTER VAN BINNENLANSE ZAKEN,

(get.) J.H. van MAARSEVEEN.

 

 

ð Zie afbeelding in de kop van dit artikel.

 

Burggraven van Zeeland

 

 

Uit: Rietstap

 

De Burggraven van Zeeland kwamen in de 12e, 13e en 14e eeuw uit het Huis Voorne. Na het uitsterven van dit geslacht werd het ambt waargenomen door de heren van Kruinigen [14], van Abeele en Serooskerke tot aan de afzwering van Filips II in 1581. Een lijstje van deze burggraven is te vinden in de Cronyk van Zeeland door Mattheus Smallegange.

De Burggraven van Zeeland, de Heren van Voorne († 1372) gebruikten in de 13e en de 14e eeuw een wapen met een klimmende en aanziende gouden leeuw op een rood veld. In de 14e eeuw werd het voor Gerard van Voorne († 1337) voorzien van een ezelskop als helmteken. [15] De burggraven van Zeeland uit het geslacht van Kruinigen voerden: Goud, drie zwarte palen. [16]

De burggraven uit het geslacht van Abeele: Zilver, drie rode verkorte balken. [17] En de burggraven uit het geslacht Van Serooskerke: Gedeeld van  rood en goud, een halve lelie en een halve roos van het een in het ander.

 

 

 

 

Voorne

Kruiningen

Abeele

 

Wapens van de Burggraven van Zeeland in de wapenrol Bellenville fol. 40 en 41

 

 

Back to Main Page

 

© Hubert de Vries 1995. Updated 2010-02-16; 2010-03-04; 2012-10-25; 2017-01-29

 



[1] ) Dit artikel verscheen eerder in Vries, Hubert de: Wapens van de Nederlanden. Amsterdam, 1995.

[2] ) Kruisheer, J.G.: De oorkonden en de kanselarij van de graven van Holland tot 1299. Dl. I (1971) pp. 103-108. 

[3] ) Mattheus Parisiensis. Historia Anglorum. B.L. Ms. Roy 14.C.VII. fol 141v. Vermeld moet worden dat de burggraven van Zeeland, de Heren van Voorne, een gouden leeuw op een rood veld voerden. Dit maakt het wapen met de blauwe schildvoet tot een vermindering van het burggrafelijk wapen. Zie hiervoor: Corp. Sigill. Neerl. nrs 1307-1318; Wapenboek Gelre nrs 1039, 1510, 1724; Wapenboek Bergshammer nrs 1500, 1588. 

[4] ) CSN nr 527. Tegenzegel; Wapen: Holland. Omschrift: + FLORENTIVS DE HOLLANDIA. Oork. 24.XII.1257. Stad Antwerpen. Vict. doos 3. Dit zegel hoort bij het ruiterzegel onder nr  CSN 526 waarop Floris het wapen met de leeuw aan zijn arm heeft.

[5] ) De Raadt op.cit. p. 455. Ruiterzegel: Wapen: Leeuw met geschulpte schuinbalk. Omschrift: S. Gvidonis filii comitis Flan... . Datum: 1300. Dit maakt het onwaarschijnlijk dat het wapen van Zierikzee: een zwarte leeuw (Vlaanderen) op een rood veld (ontleend aan het wapen van Floris de Voogd?, of een breuk?) dat van Gwijde is. 

[6] ) Vredius, O. Sigillum Comitum Flandriae. Brussel, 1639 p. 57.

[7] ) Ettro, F.J. van: De Oudste afbeelding van het wapen van Zeeland. In: De Nederlandsche Leeuw. 1976, kol. 368-372, afb.. en De Bourgondische oorsprong van enige provinciewapens in Nederland en België. In: Archief van het Koninklijk Zeeuws Genootschap der Weten­schappen. 1979, pp. 127-157.

[8] ) Wauquelin, Jean de: Gestes de Girart de Rousillon. Ms. 2549, fol. 6 r . Österreichische Nationalbi­bliothek, Wien.

[9] ) Krijgsregelement van Karel de Stoute. Cod. 242 10 C 3 Museum Meermanno Westreenianum. Den Haag.

[10] ) Vredius, O. op.cit. p. 153. Tourneur-Nicodeme, M. Le sceau princier du futur Charles Quint. In: Revue Belge de Numismatique, 1963 pp. 103-110.

[11] ) Scherft, P.: Luctor et Emergo, 1586-1634. In: Archieven van het Zeeuws Genootschap van Weten­schappen, 1979, pp. 158-185, 47 figs.

[12] ) Reconstructie van een raam uit 1676, gepresenteerd in 1999.

[13] ) Schutte, O.: Catalogus der zegelstempels, berustende in het Koninklijk Penningkabi­net en enige andere verzamelin­gen. In: De Nederlandsche Leeuw. 1971. N  131, 213, 233. 

[14] ) Dek, A.W.E.: Genealogie der Heren van Cruyningen. In: Jaarboek Centraal Bureau Genealogie, Den Haag, 1957.

[15] ) De burggraven van Zeeland voerden een wapen met een (gaande) leeuw: Dirk, Heer van Voorne, Burggraaf van Zeeland: 1220 W.: Gaande en aanziende leeuw. (CSN 1307)Hendrik, Heer van Voorne, Burggraaf van Zeeland 1236 W.: Leeuw (CSN 1308). TZ.: W.: Leeuw 1258 W.: Leeuw (CSN 1310). Albert, Heer van Voorne, Burggraaf van Zeeland: 1271 W.: Omgewende leeuw (CSN 1314). TZ.: W.: Aanziende leeuw (CSN 1315). Gerard Heer van Voorne, Burggraaf van Zeeland † 1337 ca 1299 W.: Aanziende leeuw. (CSN 1318). Bellenville: Fol. 40r nr. 7: Vorne: Gueules, leopard lionné Or. a.l.b. . Gelre: 1039: Die He van Voerne: Rood, een aanziende gouden leeuw met rode tong en klauwen en gouden kroon; 1510: Die He van Voorne: Leeg. H.: Een ezelskop van hermelijn; 1724: ....Rood, een aanziende leeuw met rode tong en klauwen. Met de opmerking: Eteints avec Gerard, chât. de Zélande († ca.1337) et sa fille Mechtilde († ca. 1382). Bergshammer 1500 Vorne: Rood, een aanziende gouden leeuw. H. Een rode kroon en gouden helmkleden, 1588: de here van vorne: W. en H. als voor.

[16] ) Wapenboek Bellenville fol 40 v & 62 r.

[17] ) Ibid. fol 41 r 63r. Wapenboek Gelre nr 1122.