Het  Wapen  van  Utrecht

 

 

 

Terug naar Nederland

 

ESSAY

Het Stichtse Kruis

Het wapen van de Stad

Het Gewest

Latere Ontwikkelingen

HERALDIEK

Souvereine Bisschoppen

Het Sticht

Souvereine

Provincie

Provincie

Stad  Utrecht

 

 

HET WAPEN VAN UTRECHT IS GEKWARTILEERD: IN HET EERSTE EN VIERDE kwartier staat een wit kruis op een rood veld, in het tweede en derde een rode leeuw met blauwe tong en klauwen op een gouden veld. In het midden staat een van zilver en rood schuin gedeeld hartschild.

 

Het Stichtse Kruis.

Het gelijkarmige kruis of crux quadrata  is oorspronkelijk het symbool van een christelijke bestuurlijke autoriteit. Het kreeg deze staatkundige betekenis onder de christelijke Keizer Constantijn (307-337).

Ook na de val van het West Romeinse Rijk bleef het kruis het symbool van het bestuurlijk gezag ook al was de centrale regering ten onder gegaan. Het staat in deze zin in de vroege Middel­eeuwen op munten die in het gehele Rijk, met inbegrip van Utrecht, werden gesla­gen.

 

Vanaf het midden van de twaalfde eeuw zijn er berichten dat kruisen in verschillende vormen en kleuren worden gebruikt. 

Een vaandel met een wit kruis komt al voor aan het begin van de derde kruistocht (1189) toen de koningen Filips Augustus van Frank­rijk, Richard Leeuwenhart van Engeland en graaf Filips van Vlaanderen met elkaar afspraken dat de eerste een rood, de tweede een wit en de derde een groen kruis ter onderscheid zou dragen. [1]

Uit verschillende dertiende eeuwse bronnen blijkt dat een wit kruis op een rood veld of doek vooral in verband moet worden gebracht met seculier bewind in de westelijke helft van het voormalige Romeinse Rijk, vanaf 1157 het Heilige Rijk genoemd. Aangezien de gedachte van het Heilige Rijk, vanaf het begin van de 13e eeuw Het Heilige Roomse Rijk, voornamelijk werd gedragen door Duitse wereldlijke vorsten ging men het witte kruis op rood ook beschouwen als het symbool van Duitsland. In die betekenis is het gebruikt tot aan het eind van de 15e eeuw. [2]  

Het wapen van het bisdom Utrecht, dat dus het rijkswapen van Duitsland is, komt voor het eerst voor op het zegel van Jan van Sierck die in 1291 door paus Nicolaas IV tot bis­schop van Utrecht werd benoemd. De bisschop staat hierop met mijter, bijbel en kromstaf met vóór zich een schild waarop een kruis. [3]  Uit latere bronnen blijkt dat dit wit is op een rood veld.

Een afbeelding van een Utrechtse bisschop in volle wapenrusting is aan het eind van de jaren 90 tevoorschijn gekomen in de St. Walburgiskerk in Zutphen. [4] De bisschop is gekleed in het blazoen van het bisdom op wapenrok, helmteken en helmkleden en bovendien op het schabrak van zijn paard. Ook voert hij een lansvaantje van het wapen. Op deze schildering is het helmteken in zijn oorspronkelijke vorm te zien.

Jammer genoeg is de figuur op zijn schild onleesbaar maar hoogstwaarschijnlijk was dit eveneens een wit kruis op een rood veld.

We kunnen aannemen dat de ruiter Jan II van Sierck (1291-’96) voorstelt aangezien van hem alleen het wapen van het bisdom bekend is en geen ander wapen dat uitgelegd kan worden als het wapen van een persoonlijk leen zoals van zijn opvolgers. Dit zou eventueel ergens op de wapenrusting moeten zijn aangebracht.

 

 

Foto Guus van Breugel

Schildering op een zuil in de Walburgiskerk in Zutphen, eind 13e begin 14e eeuw.

Ruiter in de kleuren van Utrecht alias het Heilige Roomse Rijk. 

 

 

Na Jan van Sierck is het wapen met het kruis onveranderd voor het bisdom in gebruik gebleven. 

 

Het Bisschoppelijk Wapen.

Na Jan van Sierck werd door Willem II Berthout het bisschoppelijk wapen ingevoerd. Dit bestond aanvankelijk uit het geslachtswapen van de bisschop dan wel uit het wapen waarop hij ingevolge het leenrecht aanspraak kon doen. Daarnaast werd het wapen van het bisdom gevoerd.

De eerste keer komt zo'n wapen voor op het tegenzegel van Willem II van Mechelen, de opvolger van Jan van Sierck. Daarna vertonen de bisschoppelijke zegels een onafgebroken reeks van persoonlijke wapens.

Door Jan van Arkel werd het gebruik ingevoerd het persoonlijke wapen op een hartschild op het wapen van het bisdom te plaatsen. Het wapenboek van de Heraut Gelre toont de manier waarop, en het laat ook zien hoe op het schild een helm werd geplaatst met het helmteken voor het bisdom: Een bos pauweveren, oprijzende uit een koker in de kleuren van het wapen. [5]

In de vijftiende eeuw werd door bisschop David van Bourgondië een nieuwe categorie van het wapen ingevoerd. Naast zijn persoonlijke wapen, het wapen met het kruis en de combinatie van deze twee op een schild-met-hartschild, introduceerde hij een van het stichtse kruis en het persoonlijk wapen gekwartileerd wapen. Hierin werd hij nagevolgd door zijn opvolgers Frederik van Baden en Filips van Bourgondië. Hendrik van Beieren, Elect in Utrecht en Bisschop van Worms, kwarti­leerde van het Sticht en Worms met zijn persoonlijk wapen als hart­schild.

Reeds vanaf het het begin van de vijftiende eeuw was de bourgon­dische invloed op de zaken van het bisdom toegenomen. In 1456 kreeg Utrecht zelfs een bourgondische bisschop, nl. David van Bourgondië. In 1528 werd Hendrik van Beieren, geplaatst tegenover zijn opstandige onderdanen, gedwongen afstand te doen van zijn wereldlijke macht ten gunste van Karel V, de opvolger van de Bourgon­diërs in de Nederlanden.          

De machtsovername had geen directe gevolgen voor de bisschoppelij­ke wapenvoering en ook de latere bisschoppen en aartsbisschoppen van Utrecht hebben het wapen met het kruis, met hun persoonlijke wapens als hartschild, gevoerd.

 

 

 

Geheimzegel van Gwijde van Avesnes.

Wapen van Utrecht gehouden door twee leeuwen

L.: SECRETU GUIDONIS EPI TRATEN. (Van Mieris, 3)

 

Het Staatswapen

Al vroeg (1301-’17) komt het wapen van het bisdom voor met leeuwen als schildhouders. Deze wapencompositie valt te betitelen als het staatswapen van Utrecht aangezien het niet de vorst zelf maar het bestuurscollege van het bisdom symboliseert. De leeuwen symboliseren daarbij de rang van de vorst in wiens opdracht het college opereert, in dit geval de rang van hertog of graaf.

Later komt het wapen met het kruis soms voor in combinatie met de rijksadelaar. Soms draagt deze het schild op zijn borst maar soms ook zit hij op de bovenrand van het schild. Deze adelaar symboliseert de machtiging van de Koning van Duitsland bij wiens gratie het bewind wordt uitgevoerd.

Deze reeks wordt afgesloten met engelen als schildhouders (nl. op de zegels van David en Filips van Bourgondië) die een absolute souvereiniteit oftewel Bij de Gratie Gods symboliseren. Dit, zo kan men vermoeden, heeft te maken met de toestand van het Rijk ten tijde van deze twee bisschoppen. Toen, immers, werd het statuut van het Rijk ingrijpend gewijzigd.

 

Het wapen van de stad.

Het wapen van de stad is schuin gedeeld van wit over rood. Het komt zeker vanaf het eind van de veertien­de eeuw voor. Het staat dan op in Utrecht geslagen munten.

Het stedelijk vaandel was hetzelfde als het wapen maar met in het wit de figuur van St. Maarten, de beschermhei­lige van de stad. Het staat zo in het "Remissiorium Philippi" op het blad dat het beleg van Utrecht in 1345 voorstelt en het is daarom mogelijk ouder dan het wapen. [6]       

  Na de machtsovername door Karel V moest de figuur van St. Maarten uit het vaandel verdwijnen omdat deze het gezag van de bisschop zou symboliseren. [7] In 1529 werd een poging gedaan om de figuur naar het wapen te verplaatsen en werd een zegel gesneden waarop een wapen staat dat identiek is aan het vroegere vaandel, dus met St. Maarten in het witte veld. Het wordt gehou­den door twee leeuwen en erboven staat een vuurslag met een bourgondisch kruis, het symbool van de Bourgondi­ërs.

De poging schijnt weinig waardering van de nieuwe landsheer en zijn vertegenwoordigers te hebben ondervonden. Op het in hetzelfde jaar gesneden grootzegel is het witte veld weer leeg en zijn de schildhou­dende leeuwen vervallen. [8]

Na het totstandkomen van de Unie van Utrecht werd een koninklijke kroon op het wapen geplaatst, vermoedelijk omdat men meende dat de stad een soort hoofd­stedelijk gewest van de Nederlanden zou worden en zich dus als direct onder de kroon kon gaan beschouwen. Tegelijketijd werden de leeuwen als schildhouders hersteld. Na de afzwering van Filips II werd de konink­lijke kroon vervangen door een gravenkroon. In deze vorm staat het wapen, met de schildhouders, later op de stadze­gels en op de stads­poorten. [9] Bij K.B. van 10 juni 1818 werd de stad in het ge­bruik van deze wapencompositie bevestigd.

 

 

Het Gewest en de Souvereine Staat na 1528.

Voor het gewest Utrecht werd na de machtsovername in 1528 een geheel nieuw wapen ontworpen. Vanwege het feit dat Karel V de souve­reiniteit uitoefende als Graaf van Holland is het hollandse element hierin overheersend. Het nieuwe wapen komt, samen met dat van het nieuwe wapen van het gewest Overijs­sel, voor het eerst voor op het zegelstempel van de Hollandse Rekenka­mer waaronder het gewest eerst viel. [10] Het is het wapen van Holland ver­meer­derd met het stichtse kruis dat op de borst van de leeuw werd ge­plaatst. Het komt voor de laatste maal voor op munten uit 1578.

In de verwarde toestand in het gewest van 1578 tot 1584 zien we verschillende nieuwe wapens voor het gewest verschijnen. Hierop komen gewoonlijk de blazoenen van Utrecht, het Sticht en Holland voor maar steeds op een andere manier geordend. Het is mogelijk dat deze ver­schillende versies ook door de verschillende facties in Utrecht werden gepropageerd of gebruikt.

Het eerst verschijnt een wapen dat gekwartileerd is van het nieuwe wapen van het Sticht met de leeuw en het kruis, en het wapen van Utrecht. In heraldische taal zou dit beduiden dat nu de stad de souvereiniteit in het gewest uitoefende. [11]

In 1580 ver­schijnt op munten een nieuw wapen waarop het wapen met het kruis is opgenomen. Het is gekwartileerd van Holland en Utrecht met hart­schild van Het Sticht. Op het wapen staat de konink­lijke kroon. Er is dus een plaats inge­ruimd voor het wapen van de Graaf van Holland (Filips II) en het wapen van de stad. Het wapen van Het Sticht staat op de plaats die eertijds werd ingenomen door het wapen van de souve­rein. [12]

Na de afzwering van Filips II komt er een wapen voor dat een variant is op het eerste. Het is o.m. te vinden in de Grote Kerk van Monnikendam en werd vermoedelijk gebruikt vóór of ten tijde van de inhuldiging van Frans van Anjou. Op dit wapen staat het wapen van Utrecht midden op het wapen met het kruis. (Het Sticht, Utrecht souve­rein, Graaf van Holland afgezworen.)

Op 19 januari 1582 besloten de Staten van Utrecht munten te laten slaan met daarop opnieuw een ander wapen. Deze keer was het gekwarti­leerd van Het Sticht en Holland met Utrecht als hartschild. (Frans van Anjou als graaf van Holland minder belangrijk dan de bestuurlijke organen van Het Sticht, Utrecht souverein).

Ook met dit wapen was men niet tevreden. Het duurde echter nog tot 1584 tot eindelijk tot een besluit werd gekomen over het zegel en dus over het wapen dat er op zou komen te staan. Inmiddels werd voor het gewest het wapen van de stad Utrecht gebruikt. Het komt bijvoorbeeld voor op het wapen van Frans van Anjou als Heer van de Nederlanden. Met St. Maarten in het witte veld staat het bij de wapens van de overige gewesten in een boek dat de Nederlanden beschrijft. [13]

Bij resolutie van 19 april 1584 werd besloten “die segels van de Staten als te weten een zeghel ende een cachet voor de Staten, een zeghel ende cachet voor die van 't Hoff provinciaal ende tsegel van de leenen” te laten maken. Het op het zegel geplaatste wapen werd het wapen van 1582 waarin het hartschild was weggela­ten zodat ontstond: Het Sticht, Graaf van Holland souve­rein. Hiermee was men weer op het schema van de wapens van de Utrec­htse bisschoppen terugge­keerd. Op het schild kwam ook de helm met het helmteken dat na dood van Aartsbis­schop Frederik Schenck van Touten­burg in augus­tus 1580 vacant was gekomen omdat daarna door de Heilige Stoel geen nieuwe aartsbisschop­pen waren benoemd. Op het zegel van de lenen wordt het wapen gehouden door twee leeu­wen.

Boven de toegang tot de Statenkamer aan het Janskerkhof werd in 1643 de wapencompositie van 1584 aangebracht waarop helm en helmteken waren vervan­gen door een kroon. Deze versie werd overge­nomen op het zegel dat volgens resolutie van 8 october 1674 werd gesneden.

Op 23 november 1705 werd besloten het wapen uit 1582 weer te herstellen. Dit besluit werd geratificeerd in de vergadering van de Provinciale Staten van 2 december 1705. Het oude wapen werd direct daarop op het kleinzegel aangebracht. Niettemin bleef men het wapen zonder hartschild nog lange tijd gebruiken. [14]

 

 

Latere Ontwikkelingen.

Bij de staatsregeling van 1798 werd Utrecht samengevoegd met Gelderland tot het Departement van de Rijn. In deze tijd moet het wapen zijn vervallen.

Nadat bij de staatsregeling van 1801 het departement weer werd gesplitst in de samenstellende delen, werd voor het Departement Utrecht bij resoluties van het Departementaal Bestuur van 21 juli en 11 augustus 1802 het wapen weer hersteld, zij het, weer, met weglating van het hartschild. In 1810 verviel het omdat het departement deel ging uitmaken van het Département du Zuyderzee.

Na de bevrijding ging de provincie Utrecht zich weer bedienen van het oorspronkelijke wapen van 1582 en 1705. Als wapenspreuk werd het motto van de Republiek "Concordia Res Parvae Crescunt" toegevoegd.

Op verzoek van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 12 maart 1858 werd aan de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht het wapen door de koning te laten goedkeuren. Dit verzoek werd ingewilligd bij K.B. van 18 maart 1858, nr. 67. Op 14 april werd een diploma opgesteld waarin het wapen werd beschreven. Tegelijkertijd werden een kroon en twee aanziende leeuwen, die dus al langer als schildhouders hadden gediend, officieel aan het wapen toegevoegd. De wapenspreuk kwam te vervallen.

 

 

HERALDIEK

 

 

 

Souvereine Bisschoppen van Utrecht

 

Boudewijn II van Holland

Aarnoud van Ysenburg

Dirk van Holland

Dirk II van der Are

Otto van Gelre

Otto II van Lippe

Wilbrand van Oldenburg

Otto III van Holland

Gozewijn II van Renderode

Hendrik van Vianden

Jan van Nassau

 

 

1178-1196

1196-1198

1196-1197

1198-1212

1212-1215

1215-1227

1227-1233

1235-1249

1249-1250

1250-1267

1267-1290

Jan II van Zierik

1291-1296

 

Geheimzegel van Jan II van Zierik (Sierck): De bisschop met mijter, kromstaf en bijbel. Voor hem een wapenschild: [Rood], een [wit] kruis. L.: secretvihois : epi : traiecten :. (Van Mieris, 1726)

Willem II Berthout

1296-1301

 

Goud, drie rode palen.

Gwijde van Avesnes 

1301-1317

 

Goud, een zwarte leeuw

Frederik van Sierck 

1317-1322

 

Goud, een rode schuinbalk beladen met drie zilveren St. Jacobsschelpen.

Jacob van Oudshoorn 

1322

 

Rood, drie omgewende zilveren met goud beslagen hoorns 2 en 1.

Jan III van Diest

1322-1340

 

W.: Zilver, twee zwarte balken

 

Nicolaas van Capucci

1341

Jan van Arkel

1342-1364

 

Zilver, twee gekanteelde en tegengekanteelde rode balken

 

 

 

  

 

Jan V van Virneburg


1364-1371

 

De Bisschop van Utrecht en zijn Vazallen.

 

W.: Rood, een wit kruis en een hartschild. C.: Een kuip van het wapen en een bos pauweveren. Wapenboek van de Heraut Gelre, Kon. Bibliotheek Brussel ms. 15652-56,  fol. 107 v°.

Het wapen op het hartschild kan misschien dat van Jan V van Virneburg zijn:

W.:  Goud, zeven aan elkaar rakende rode ruiten 4 en 3.

Arnold II van Horne 

1371-1378

 

Goud, drie rode met goud beslagen hoorns 2 en 1.

 

Floris van Wevelinghoven  

1379-1393

 

Rood, twee zilveren balken.

 

Wapenboek Bellenville fol 43 v:  W.: Utrecht met hs. van Wevelinghoven.

 

Frederik III van Blankenheim 

1393-1423

 

Zilver, een zwarte leeuw en een blauwe barensteel van drie.

Zweder van Culemborg 

1425-1433

 

Gekwartileerd: 1&4: Goud, drie rode zuilen; 2&3: Zilver, een zwarte leeuw.

 

 

Rudolf van Diepholt   1432-1455

 

 

W.: Doorsneden: 1. Goud, een rode leeuw met blauwe kroon; 2. Blauw, en zilveren adelaar.

 

Twee gepolychromeerde wapenstenen in de Lebuïnuskerk in Deventer met het wapen van het Bisdom Utrecht en het wapen van Rudolf van Diepholt.

(Foto H.d.V. VIII. 2000)

  

Gijsbrecht van Brederode 

1455-1456

 

W.: ¼: 1&4: Goud, een rode leeuw met blauwe tong en klauwen en een blauwe barensteel van drie. 2&3: Zilver, een rode gekroonde leeuw met dubbele staart.

S.: Adelaar

https://www.kb.nl/sites/default/files/kattendijke_525v-526r_0.jpg

 

 

1.

 

 

2.

David van Bourgondië

1456-1496

 

1. W.: 1. Bisdom Utrecht. 2. ¼ van Valois, Bourgondië, Brabant en Limburg met rode schildvoet en hs. Vlaanderen

Kalkstenen lijst met de wapens van het bisdom Utrecht en bisschop David van Bourgondië. Thans in de Dom van Utrecht. Het zilver van het kruis geoxideerd tot zwart.

 

W.: Rood, een wit kruis met hartschild Bourgondië. H.: Een pauwestaart uit een koker van het wapen. HK. Rood. L.: die bisscop van vuttrecht. Bergshammer fol. 56r° n° 588

 

2. Zijn zegel als Bisschop van Utrecht

W.: ¼: 1&4: Bisdom Utrecht. 2&3: ¼ van Valois, Bourgondië, Brabant en Limburg met rode schildvoet en hs. Vlaanderen.

S. 2 geknielde engelen

 

 

2.

 

Frederik van Baden

1496-1517

 

1. W.: Goud, een rode schuinbalk.

 

2. Het grafmonument van Frederik van Baden in het koor van de Stiftskirche aan de Markt in Baden Baden. Op de sarcophaag een bronzen grafbeeld. Tegen de muur het wapen van Frederik als Bisschop van Utrecht:

 

W.: ¼ van het Bisdom Utrecht en Baden. H.: Een met kwastjes bezet scherm van het wapen van het bisdom met hartschild Baden.

Foto H.d.V. 2002

 

 

 

 

1

 

 

\

 

2

Filips van Bourgondië-Blaton

1465-†1524

Luitenant-admiraal 1483-1484

Admiraal van de Nederlanden 4.7.1498 - 18.5.1517

Ridder GV n° 115 Brussel 1501

Bisschop van Utrecht 1517-1524

 

W.: ¼: 1&4: Bisdom Utrecht; 2&3: ¼ van Valois en Bourgondië-Brabant-Limburg met gouden ingedreven spits en hs.Vlaanderen.

 

1. Meester van de Utrechtse Vrouwenkop (Atelier)

Schoorsteenfries. Sint Maarten en twee wapendragende engelen met de wapens van de hertogen van Bourgondië 1490-1500. Het zilver van het kruis geoxideerd tot zwart.

Baumberger kalksteen, gepolychromeerd.  Centraal Museum, Utrecht, Inv. nr. 11177

Overdracht Gemeente Utrecht, 1953 coll.cat. Beeldhouwkunst tot 1850, cat nr. 90.

 

Het fries is afkomstig uit één van de vertrekken van het oude bisschoppelijk paleis of Bisschopshof. In het middelste medaillon is Sint Maarten van Tours, patroon van de stad en het bisdom Utrecht, afgebeeld. In de overige medaillons dragen twee engelenfiguren de wapens van bisschop Filips van Bourgondië (links) en van de hertogen van Bourgondië (rechts). Het fries is een vroeg werk uit de werkplaats van de beeldhouwer die wordt aangeduid met de noodnaam Meester van de Utrechtse Stenen Vrouwenkop.

 

2. Zijn zegel als bisschop van Utrecht:

 

W.: ¼ van Utrecht en Bourgondië-Blaton. S.: Twee engelen. L.: s philippi de bvrgvndia dei gra episcopi traiecten. (Mieris, xi 7.)

 

Lit.: Sterk, J.: Philips van Bourgondië, bisschop van Utrecht.

 

 

 

 

Hendrik van Beieren (Elect)

1524-1528

 

Wapenzegel van Hendrik van Beieren: W.: ¼: 1 & 4: Bisdom Utrecht; 2&3: Zwart, bezaaid met breedarmige kruisjes en een gouden schuinbalksgeqwijs geplaatste sleutel (Bisdom Worms). Ingedreven spits: Wit, een gouden mijter (Abdij Ellwangen). H.: ¼ van Rijnpalts en Wittelsbach. C.: M.: Een gekroonde gouden leeuw tussen twee trompen van het wapen van Wittelsbach. D.: Een kuip van het wapen van het Bisdom Utrecht en een bos pauweveren; S.: Een achthoekig scherm van het wapen van het Bisdom Worms bestoken met zeven pauwenveren. L.: s : henrici elec : et . confir . trai . coad : vorma : co : pa : rhe : bav : dv.

(Van Mieris Pl. XI)

 

1    2

George van Egmond,

1534 -1559

 

1. Zijn wapen op een gebrandschilderd glas in de Grote of St. Janskerk van Gouda.

W.: Utrecht met hartschild ¼ van Egmond en Buren met hartschild gedeeld van Gelre en Gulik. Helmteken:  een kuip van het wapen.

 

2. Zijn wapen op zijn tombe in de Dom van Utrecht

 

HET STICHT

 

 

 

Karel V 

 

1528-1555

1528 Na de machtsoverdracht van Hendrik van Beieren aan Karel V in 1528 voerde Karel V als heer van Utrecht een wapen dat bestond uit de Hollandse leeuw met het Stichtse kruis op de schouder.

 

Zegelstempel van de Hollandse Rekenkamer, 1528

Reconstructie

Filips II 

1555-1583

Leeuwendaalder van Utrecht, 1579.

Het nieuwe wapen van Filips II als Heer van Utrecht: ¼ van Holland en de stad Utrecht met hartschild van het bisdom. Op het schild een koninklijke kroon. L.: • phs • d:g. hisp • rex • dns • traiect. Op de keerzijde de ongekroonde statenleeuw met zwaard en pijlen en het omschrift: 1579 concordia • res • parvæ • crescunt

 

SOUVEREINE PROVINCIE UTRECHT

 

 

 

 

 

 

1.

 

1581.Na de afzwering werd een geheel nieuw wapen ontworpen waarin de Hollandse leeuw, die herinnerde aan Filips II die als graaf van Holland landsheer van Utrecht was, was verdwenen.

 

1582 ca W.: Rood, een wit kruis met hartschild geschuind van wit over rood. (Utrecht Stad).

 

1. In het koor van de Hervormde Kerk in Monnikendam waar het is afgebeeld samen met het wapen van West-Friesland en van Frank­rijk (Anjou). (Af te leiden uit het voorkomen in de kerk van Monnikendam werd dit wapen gebruikt tijdens de regering van Frans van Anjou (1582-'83). Het komt echter in zijn wapen voor de Lage Landen niet voor).

2. Op het schilderij van Frans Francken de Jonge van de troonsafstand van Karel V uit het begin van de 17e eeuw. Het wapen is hierop: Blauw (!), een wit kruis met hartschild Utrecht.

3. Tenslotte, zonder nadere toelichting, bij Van der Laars fig. 121c.

 

 

Pas in 1584 werd besloten eigen zegels te laten maken.

 

1584 Bij resolutie van de Staten van Utrecht van 19 april 1584 werd de opdracht gegeven aan "de besten meester en goutsmit" "die segels van de Staten als te weten een zeghel ende een cachet voor de Staten, een zeghel ende cachet voor die van 't Hoff provinciael ende tsegel van de leenen" te laten maken.

 

Op het zegel van de Staten staat:

 

W.: ¼ 1&4: Een kruis; 2&3: Een leeuw. H.: Een kuip van het wapen met het kruis en een pauwestaart.

L.: sigillvm ordinvm traiectensivm (Zegel van de Staten van Utrecht).

 

 

 

Zegel van lenen van Utrecht:

 

W.: ¼ van het Bisdom en Holland. C.: Een kuip van het wapen van het Bisdom en een bos pauweveren. Schildhouders: Twee leeuwen. L.: s. dominii vltraiec-tensis ad fevda.

(Rijksarchief Utrecht, Kapit­tel St. Pieter. Inv.nr. 611-3.)

 

In deze tijd tot ongeveer de helft van de 17e eeuw, wordt het wapen van het bisdom soms afgebeeld als Wit, een rood kruis.

 

Wapen van Utrecht in de 17e  eeuw.

 

Wapen boven de ingang van de Statenzaal aan het St. Janskerkhof in Utrecht, 1643.

Gekwartileerd van Utrecht van Holland. Kroon met drie fleurons en twee parelgroepjes van drie.

 

 

(Foto H.d.V.)

 

PROVINCIE UTRECHT

 

 

 

Wapen van de Provincie Utrecht ten tijde van Lodewijk Napoleon.

Medaillon van de keten van de Orde van de Unie.

DEPARTEMENT ZUIDERZEE

Twee zegels van de rechtbank 1e instantie van het Departement Zuiderzee, 1811-1814

Keizerlijk wapen voor civile doeleinden en gekroonde keizerlijke adelaar. L.: TRIBUNAL 1ER INSTANCE A AMERSFOORT ZUYDERZEE (Coll. Museum Flehite, Amersfoort).

 

 

Wapen van Utrecht in de periode van 1814 tot 1830 op het wapentableau van A.G. Zurcher voor de Hoge Raad van Adel in den Haag.

Het hartschild Utrecht hersteld

 

 

Beschikking van de Minister van Binnenlandse Zaken dd. 14 april 1858

 

MINISTERIE VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN

 

DE  MINISTER VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN

 

Gelet op de Resolutie der Staten 's Lands van Utrecht van den 23sten November 1705, alsmede op 's Konings beschikking van den 18den Maart 1858, N° 67

Bevestigd de Provincie Utrecht bij het navolgende wapen: zijnde een gevierendeeld schild, het eerste en vierde deel van keel met een kruis van zilver, het tweede en derde deel van goud met eenen leeuw van keel, getongd en geklaauwd van lazuur; met een middenschild tranché van zilver en keel.

Het schild gedekt met eene kroon van vijf fleurons en ter wederzijde gehouden door eenen leeuw Léopardé van goud.

 

's Gravenhage den 14den April 1858

 

De Minister voornoemd

 

(Van Rappard)

 

 

 

Wapen van de Provincie Utrecht

zoals in het Register van de Hoge Raad van Adel in Den Haag.

 

 

 

STAD UTRECHT

 

Het beleg van Utrecht in 1345. In de rechterbovenhoek het schuingedeelde vaandel van Utrecht met in het wit de figuur van St. Maarten. De vlag heeft de kleuren van het wapen van het bisdom. De schuine deling zou de mantel van St. Maarten voorstellen nadat hij deze met de bedelaar had gedeeld.

Miniatuur in het Remissorium Philippi van Piter van Beoostenzweene (ca. 1449)

A.R.A. Den Haag.

1389-1390: W.: Schuin doorsneden. Halve groot, zilver.

 

 

(Coll. Centr. Mus. Utrecht.)

1509 Duit Vz.: Schuin gedeeld van wit over rood, gehouden door een engel. Kz.: St. Maarten

5e Rentezegel. Het oude stadswapen met St. Maarten in het wit en het jaartal 1529. Daarboven een Bourgondisch kruis met vuurslagen tussen twee leeuwen. L.: SE(cretum) CIVITATIS TRAIECTENSIS.

5e Grootzegel van Utrecht. Gebruikt van 1531 tot 1656.

Burcht met het wapen van Utrecht (zonder St. Maarten) onder de hamei. Er naast de wapens van de heerlijkheid Utrecht en Holland-Henegouwen. L.: SIGILLVM CIVITATIS TRAIECTENSIS AD CONTRAC-TVS.

      

Het wapen van Utrecht in de editities van 1581 (l.)  tot 1652 (r.) van de „Beschrijving van de Nederlanden” van Ludovico Guiccardini. Dit wapen stond ook op het grootzegel van de aartshertogen Albrecht en Isabella en was waarschijnlijk bedoeld als het wapen van het gewest Utrecht.

 

6e Grootzegel, gebruikt van 1658 tot 1710.

Stadswapen gehouden door twee leeuwen en gedekt met een kroon van vijf fleurons. L.: SIG. MAGN. URBUS TRAJECTI.

Wapen van Utrecht met kroon en schildhouders op een publicatie uit 1676.

 

 

 

 


Back to Main Page

 

© Hubert de Vries 04.07.2007; Updated 2010-03-03; 2010-08-06; 2012-03-12; 2019-10-03

 

 

 



[1]) Gritzner, E. Symbole und Wappen des alten deutschen Reiches. In: Leipziger Studien aus dem Gebiet der Geschichte. VIII, 3. Leipzig, 1902, p. 406. Frede­rik Barbarossa die het opperbevel bekleedde droeg een wit schild met een gouden kruis. 

[2]) Gritzner, E. op.cit. 1902 pp. 68-71. Een wit kruis op rood werd o.m. gebruikt door Karel de Goede van Vlaanderen, door de Duitse en Romeinse Koning Hendrik VII en door de Johannieter Orde. Ook Koning Rudolf van Habsburg (1273-'91) bediende zich van rood vaandel met een wit kruis. Vanaf 1285 was een wit kruis op een rood veld het wapen van de Graven van Savoie.

[3]) Mieris, Frans van: Beschryving der bisschoplyke munten en zegelen van Utrecht in 't byzonder. Leiden, 1726. Blad V, 1. Vóór zijn benoeming in Utrecht was Jan van Sierck Pauselijk Kapelaan.

[4] ) Breugel, Guus van: Een dedicatio in de Walburgiskerk te Zutphen.

[5]) Gelre, Brussel, K.B. ms. 15652-56 fol. 107v.

[6]) Thomassen à Thuessink van der Hoop, E.J.Th.: Pieter van Beoostenzweene's Remissorium Philippi. In: De Nederlandsche Leeuw. 1921, kol. 186-215. Pl. I-V. Het manuscript bevindt zich in het Rijksarchief in Den Haag. Het vaandel is zeker dat van de stad en niet van de bisschop. Het bisschoppelijk vaandel is links boven afgebeeld en het is gelijk aan het wapen van Jan van Arkel.

[7]) Uyl, W.F.J. den: Wapen en vlag van de Provincie Utrecht. In: Provinciale almanak voor Utrecht. Jrg. XXIV (1952). Alphen a/Rijn, 1952. p. VIII. 

[8]) Muller, S-Fz.: Beschrijving der Utrechtse Stadszegels. Utrecht, 1916. afb. 5 (grootzegel 1529) afb. 21 (rentezegel met wapen met St. Maarten). 

[9]) Muller, S.Fz. op.cit. 6. Vanaf ca. 1658. Zie ook de collectie van het Centraal Museum in Utrecht waar zich o.m. een beelhouwwerk van deze wapencompositie bevindt. 

[10]) Schutte, O.: Catalogus der zegelstempels, berustende in het Koninklijk Penningkabi­net en enige andere verzamelin­gen. In: De Nederlandsche Leeuw. 1971, kol 329-370. N 14.  

[11]) Op hele en halve rozenobels uit 1579.

[12]) Hele en halve Unie- of Leeuwendaalders volgens een besluit van begin 1580 maar met het jaartal 1579.

[13]) Guiccardini, Ludovico: Description de Toutes les Pais Bas. 1582 Frontispiece. Het wapen met St. Maarten komt voor de laatste keer voor op het zegel van de Aartshertogen Albrecht en Isabella (1598-1620) (Vredius Genealogica 1639 p. 98). Men greep hierbij dus terug op het wapen van 1529.

[14]) Perks, W.A.G.: Het Utrechts stedelijk wapen als dekschild op het provinciale wapen. In: Provinciale Almanak voor Utrecht, jrg. XL (1968). Alphen a/Rijn, 1968.